Angst voor jezelf
De angst dat je jezelf of anderen iets aan zult doen. Je wilt het niet, maar het lijkt wel alsof er een kracht, een dwang in je is, waardoor je het moet doen. Dat roept een enorme spanning op. Je vecht ertegen, maar je bent bang dat het sterker zal zijn dan je zelf bent. De spanning wordt onverdraaglijk. Je kunt er met niemand over praten, want het is te gek voor woorden. Je schaamt jezelf dat je die gedachten hebt: Jezelf iets aandoen, je kinderen iets aandoen. Afschuwelijk. Dat je die gedachten hebt, is misschien wel het bewijs hoe slecht je in feite bent. Je kunt er met niemand over praten.
Henry B. een hardwerken de ondernemer was met een groot mes vlees aan het snijden. Zijn vrouw stond met haar rug naar hem toe en zomaar dacht hij: Stel dat ik haar nu zou dood steken. Henry schrok zich dood van die gedachte. Hij was direct klaar met vlees snijden. Henry kreeg iets met messen, hij deed ze voor de veiligheid achter slot. Zijn vrouw vond het raar, maar niet hinderlijk. Henry werd ook bang van de bijl. Hij zaagde het metale gedeelte eraf, gooide dit in de container en verbrandde de steel in de openhaard. Bij het derde gesprek legde ik het tafeltje tussen zijn stoel en de mijne voor met allerlei messen. Hij gaf me direct bij aanvang van het gesprek te kennen dat hij mijn actie absoluut niet waardeerde. Zijn angst gaf hij een 9. Na afloop van ons gesprek gaf hij echter aan dat de angst van 9 naar 7 was gegaan.
De angst verantwoord toelaten leidt tot angstreductie. Op ‘veilig’ gaan, risico's uitsluiten , maakt je steeds banger, risico’s nemen , met risico’s leven maakt dat je steeds meer lef krijgt.
Het krampachtig wegdrukken van dat soort ‘gekke’ .gedachten, maakt dat ze alleen maar sterker worden. (Probeer maar eens fanatiek niet aan blauw te denken.) Het feit dat je gekke gedachten hebt, wil niet zeggen dat je gek bent. Jij bent niet gek, je angst is gek. Door al de messen weg te doen, gedraagt Henry zich alsof zijn angst reeel is. Door zich zo te gedragen, wordt die angst sterker. Sta jezelf gekke gedachten toe, maak er geen taboe van en praat gewoon over. Toen Henry de angst met zijn vrouw had besproken en het feit dat zij er heel lakoniek op reageerde, maakte het Henry ook weer gemakkelijker zijn eigen angst te relativeren. Gedachten kunnen schrikbeelden zijn die jou overvallen en lastig vallen. Ze horen niet bij je en zijn niet van jou, net zomin als een nachtmerrie van jou is. Als je ze niet te serieus neemt, smelten deze angstaanjagende gedachtekronkels als sneeuw voor de zon.