Burn-out: Opgebrand en uitgeblust
op maandag 15 januari 2018Arnold Jansen was ruim tien jaar de meest succesvolle verkoper van het bedrijf. De directeur-eigenaar droeg hem op handen. Arnold werd al snel hoofd van het verkoopteam en de vertrouwensman van de grote baas. Omdat een aantal zaken niet goed liepen werd Arnold steeds meer betrokken bij de hele bedrijfsorganisatie. Zijn baas kreeg de handen vrij voor nieuwe projecten en liet steeds meer aan Arnold over. Arnold kreeg een directiefunctie en maakte ondanks de protesten van zijn vrouw, steeds langere dagen. Arnold kreeg echter last van nek-schouderpijn, vermoeidheid, slaapproblemen en plotselinge stemmingswisselingen. Op een zondagmiddag knapte er iets. Naar aanleiding van een onbenullig meningsverschil met zijn vrouw, werd hij buitensporig kwaad, barstte vervolgens in tranen uit en kon niet meer ophouden. Schrik en schaamte alom. Hij is nu maanden thuis, zwaar teleurgesteld in zijn baas, die alleen maar klaagt hoe druk het is op de zaak en steeds wil weten hoe lang het nog duurt voordat Arnold terugkomt.
Achteraf is het duidelijk wat er aan de hand is. Arnold heeft te veel op zijn nek genomen, hij draagt te veel op zijn rug. Arnold heeft steeds meer op zijn karretje gekregen en uiteindelijk is het karretje door de assen gegaan. Het karretje dat zo prima reed, kan niet meer voor of achteruit. Arnold heeft aan den lijve moeten ondervinden dat hij beschikt over een beperkte draagkracht. Als je steeds meer onder spanning komt te staan, verlies je je veerkracht. Net als bij een veer gaat de rek er dan uit en de veer kan zelfs knappen als er te hard aan getrokken wordt. Het valt niet mee een uitgerekte veer zijn veerkracht teruggeven. Als je als gevolg van langdurige overbelasting afknapt, dan is het terugkrijgen van je veerkracht een hele opgave.
Als je doodmoe bent, heb je alleen maar behoefte aan rust. Maar rust krijg je niet en rust alleen helpt niet. Je moet naar de dokter, naar de bedrijfsarts, naar de therapeut, naar de specialist, je werkgever begint te zeuren enzovoorts.
Hoe langer je uit je werk bent, hoe meer je je onzeker gaat voelen en hoe hoger de drempel wordt en hoe kleiner de kans op terugkeer. Je gaat één keer in de week naar een therapeut, maar dit staat vaak niet in verhouding tot de tijd die je piekerend op de bank doorbrengt. Het is een druppel op een gloeiende plaat. Bovendien valt tegen bepaalde situaties niet op te therapieën. Zolang Arnold alleen maar op de bank moe zit te wezen, is er weinig hoop. Hij heeft zich kapot gewerkt, zich onmisbaar gemaakt en nu baalt iedereen:
- Zijn vrouw die hij langere tijd heeft verwaarloosd en nu met een uitgebluste vent zit opgescheept,
- Zijn baas die dacht van een hoop sores af te zijn en lekker met zijn nieuwe projecten wilde bezig, krijgt nu alles met rente op zijn bordje terug.
- Arnold zelf, omdat hij vindt dat het leven toch wel heel erg onrechtvaardig is.
Arnold heeft een paar harde lessen te leren.
- Je hebt minder klachten als je iets beters hebt te doen’. Je klachten zeggen dus ook iets over je situatie en of je situatie gezond dan wel ongezond is. Klopt de noodzakelijk afwisseling van inspanning - ontspanning, fysiek – mentaal, werk – privé wel?
- Anderen (doctoren, therapeuten) kunnen je niet beter maken. Alleen jij kan je omgeving en je situatie zodanig veranderen dat je langzaam maar zeker weer kunt bouwen.
- Wat kan je in jouw omgeving veranderen, wat kan je in je dag- en weekprogramma veranderen zodat je je weer beter gaat voelen? ((Een boom kan in de woestijn niet groeien en dat kun je die boom niet kwalijk nemen.)
Gezond zijn, beter worden en beter blijven vraagt een gezonde levensstijl, met uitdagingen, met rustmomenten, met warme sociale contacten, zodat het leven tegelijkertijd veilig en avontuurlijk wordt.
Arnold moet aan de slag met zijn relatie, met zijn werk en met zichzelf. Hij moet zien hoe hij het karretje weer aan het rijden krijgt. Het is belangrijk dat hij de balans opmaakt en weet wat hij wil en wat hij niet wil. Arnold wil weer lekker werken en niet meer de hele rompslomp van het bedrijf op zijn nek. Dit vraagt om een plan van aanpak en het maken van keuzes.
Arnold laat de directiefunctie schieten en hij wil weer langzaam maar zeker het commerciële stuk op pakken. Hij wil de weg op en zijn relatienetwerk nieuw leven in blazen. Hij wil privé meer tijd en aandacht maken voor zijn vrouw, hij wil gaan sporten en hij wil zijn vrienden en zijn familie weer vaker zien. Hij leert de richtlijnen hanteren waarmee hij zijn doelen kan realiseren. Het zal tijd en moeite kosten, maar Arnold weet wat hij wil: hij wil leven en niet meer geleefd worden. Hij had niet verwacht dat met die aanpak met zijn ‘wrakke lijf’ nog zoveel mogelijk was.